Historisch pand als canvas (artikel magazine Vind sept 2024)

 

Op donderdagen is er markt op het centraal gelegen Havenplein. Aan de verder vrij bescheiden gevel van nummer 18 hangt een flink uit de kluiten gewassen antieke lantaarn. ‘Atelier Snijder & Gimenes’ staat in gouden letters op de pui. Drie jaar terug verruilden Jaap en Marcelo een jaren ’30 woning in Rotterdam voor dit monumentale pand. Van huis uit grafisch vormgever en kunstenaar werkten beiden jarenlang als art director. Inmiddels runnen ze nu zo’n 14 jaar samen Snijder&CO, waarmee ze het ambacht van handgeschilderd behang nieuw leven hebben ingeblazen. De hoge witte ruimte waar je via een klein voorportaal binnentreedt doet dienst als atelier. Hier werkt het duo aan grote doeken met illusionistisch geschilderde landschappen, bloemen, vogels en insecten, die in hun detaillering bijna levensecht lijken.

 

De laatste maanden hebben ze enkel aan een vierluik gewerkt, voor wat zij ‘de groene kamer’ noemen. Op de eerste verdieping aan de achterkant van het huis waren de balken en muren groen, dit hebben ze behouden, in een iets warmere tint. Zonlicht valt hier naar binnen op een frivole canapé in rood pluche, de ramen bieden zicht op een weelderige tuin. Tot in de puntjes vormgegeven is alles op elkaar afgestemd. De vier doeken met vogels omrand door bloemenguirlandes op een donkere achtergrond sluiten naadloos aan bij de inrichting, de stoffering en de sfeer van het vertrek. Hier is duidelijk te zien dat hun schilderingen een gesamtkunstwerk vormen met de rest van het interieur en het huis.

 

Deze kamer heeft uitzonderlijk grote balken, en omdat het Havenplein nu gedempt is maar er vroeger dus schepen konden aanmeren hebben ze het vermoeden dat het wel eens kan zijn gebouwd met de functie van pakhuis. Voor de demping van de haven had het huis een nummer: D387. Jaap: ‘Dat hebben we er weer bij laten zetten op de gevel, als referentie naar vroeger. Alles was verdeeld in zones A t/m D, wellicht had het te maken met het innen van belasting.’

 

Eeuwen oude balken

 

‘De voorkant van het huis is een stuk smaller,’ zegt Jaap. ‘Niemand verwacht dat er nog zoveel ruimte achter zit.’ Dit pand heeft een bijzondere indeling, het bestaat uit een voor- en achterhuis die split level liggen, het trappenhuis verbindt de verspringende verdiepingen.’ Toen ze het huis kochten en naar de plattegrond keken zagen ze meteen de potentie. Marcelo: ‘Het was echt van: dit huis moet liefde hebben. In ons hoofd hadden we het al helemaal ingericht, als wij dít kunnen doen, dan wordt het waanzinnig!’ Ze hebben contact gezocht met de RCE, Monumentenzorg, Vereniging Stad en Lande, er bleek veel informatie voorhanden: vanaf de bewoners in 1575 – het jaar van de eerste verkoopakte – tot nu. Alleen is niet bekend wanneer en door wie het huis gebouwd is. Jaap: ‘De historicus alhier zegt dat dit ooit is begonnen als een dijkhuisje aan een soort uitwater, in de loop der tijd is er van alles op- en aangebouwd.’ Marcelo: ‘Met dit type boogconstructie begonnen ze hier in Zeeland pas rond 1535. De oudst bestaande kaart van Zierikzee is uit 1560, daar staat dit huis al op. Dus ergens tussen die tijd is dit achterhuis gebouwd.’ Jaap: ‘Het voorhuis is wat lastiger te dateren. Het dak is heel oud, er zitten balken bij die 15de-eeuws zouden kunnen zijn. Die zijn waarschijnlijk hergebruikt, zo oud is het pand niet. Wij denken dat het van omstreeks 1700 is. De pui is in 1903 geplaatst.’

 

Restaureren en terugbrengen

 

Marcelo: ‘Er wordt beweerd dat Einstein hier gedanst heeft. Alle informatie duidt daar ook op maar er is geen hard bewijs. Wat ik een nog leuker verhaal vind: eind 1600 woonde hier een chirurgijnsfamilie, die volgelingen waren van een hervormd predikant. Als aanhanger van Spinoza werd hem het spreken verboden en dus organiseerden ze clandestiene bijeenkomsten ten bate van de Verlichting, in deze kamer.’

 

Voorheen zat er een antiekwinkel, zo eentje die van boven tot onder gevuld was met oudheden. Jaap: ‘Deze haard was niet zichtbaar, en het hing zo vol met kroonluchters dat je de mooie oude balken ook niet kon zien. Dat was dus wel een verrassing toen het pand eenmaal leeg was. Marcelo: ‘De eigenaar daarvoor, ook een antiquair, heeft eind jaren ’70 een grootschalige restauratie uitgevoerd, aan hem hebben we dit nu te danken: alles wat origineel was heeft hij zo goed mogelijk behouden en, voor zover mogelijk in die tijd, het pand verduurzaamd. Hij heeft hiervoor nog een oorkonde van de eerder genoemde Stad en Lande gekregen voor de geslaagde restauratie.’

 

Zij hebben de klus in 1,5 jaar geklaard, en vragen zich nog wel eens af hoe ze dat zo snel hebben gedaan. Er is veel werk verricht: de achtergevel is gerenoveerd door een lokale aannemer, een illegale aanbouw is verwijderd. Veel hebben ze zelf gedaan, sowieso het schilderwerk. Marcelo is heel trots op de trap, die hij helemaal kaal heeft gehaald en opnieuw in de verf heeft gezet, de treden heeft hij ‘gehout’. Jaap: ‘De pui was mintgroen geschilderd, en slecht: de verf was gemengd met grondverf. Wij wilden het goed doen, historisch correct. Dit type pui is in de mode gekomen vanuit Engeland, en moest een soort ‘gietijzer-gevoel’ uitstralen. Het is plaatselijk vervaardigd en wordt in een krantenartikel uit 1984 geroemd als fraai voorbeeld van 19de-eeuws vakmanschap. Voor ons was het belangrijk dat het aan metaal zou refereren, op alle oude foto’s die ik kon vinden was de pui donker. Zwart, de meest logische kleur, mocht niet. Dus ik informeerde naar een lokale historische kleurenwaaier, die was er niet. Erfgoed Zeeland adviseerde de historische waaier van de gemeente Dordrecht aan te houden voor de voorpui. Het is uiteindelijk een donkere bronskleur geworden omdat zwart, volgens de welstandcommissie niet passend was.

 

Jaap vervolgt: ‘De stelregel voor ons is dat de verbouwing reversibel moet zijn, we hebben nergens in geboord of weggezaagd. Wel hebben we een wanden geplaatst, maar die staat los van de balk. Als we alles open hadden gelaten, zoals we het aantroffen, dan was er niet tegenop te stoken geweest, zeker in combinatie met de enkel glas ramen.’

 

Pand als canvas en showroom

 

De voorkamer op de eerste verdieping heeft een geweldig uitzicht over het plein en de tegenovergelegen Beurs uit 1651. Jaap: ‘Dit was ook een grote ruimte met granolwanden en TL-balken, wij hebben er weer een en-suite van gemaakt en alles opgestrakt.’ De muren zijn hier bedekt met schilderingen van de duinen, met helmgras en duindoorn. Jaap: ‘We hebben dit behangen om er voor te zorgen dat we niet in de verleiding komen deze stukken te verkopen. Dit zit er voor altijd in, wat ons betreft. Bijkomend voordeel voor ons is dat wij klanten kunnen laten zien hoe ons werk toegepast kan worden en wat het doet met de ruimte. Onbedoeld is ons huis ook ons visitekaartje geworden.’ Ze hebben klanten met veel grotere panden dan dit. ‘Nu snappen we waarom ze vaak heel praktisch zijn: in een monument ga je van probleem naar probleem, met name als het koud is.’ Marcelo vult aan: ‘Het is een manier van leven; je bent een soort hoeder. Je bewaart, bewaakt en verzorgt, ondertussen geniet je.’

 

 

Bij de RCE volgen ze regelmatig online workshops en lezingen, ze weten nu alles over de optimale verhouding tussen luchtvochtigheid en temperatuur, die wordt gemonitord met hygrometers. Jaap: ‘Er is natuurlijke isolatie dus je hoeft niet zoveel te doen maar soms moet je best rare keuzes maken, dat je de ramen openzet als het buiten min 5 is, omdat het vocht eruit moet.’

 

stoffering

 

Er moest veel worden aangeschaft voor de’inrichting, gezien ze in Rotterdam een stuk kleiner woonden. Via Marktplaats, veilinghuizen en markten hadden ze alles vrij snel bij elkaar. Marcelo: ‘Op een gegeven moment hebben we tegen elkaar gezegd: en nu niets meer kopen.’ Hij heeft alle kussens, blinds en gordijnen genaaid, binnenkort begint hij aan de stoffering voor een hemelbed. Marcelo heeft geleerd gordijnen met de hand te maken bij een decorateur die de gordijnen voor de paleizen van de koninklijke familie deed. Met molton gevoerd zijn ze van dusdanige kwaliteit dat ze wel dertig jaar mee gaan. Jaap: ‘Ik zag die balen molton binnenkomen en had zo mijn twijfels, maar anders zouden die plooien nooit zo mooi vallen. Dat is rijkdom! En het isoleert goed.’

 

 

Er zijn nooit concessies gedaan aan het beeld dat ze voor ogen hadden. Marcelo: ‘Als je naar een huis, een omgeving luistert, dan is jouw smaak niet belangrijk: het huis dicteert. Je zet er een stempel op, dat wel. Het is ons ‘gelukt’ om zo te zeggen, om een bepaald gevoel, een sfeer neer te zetten.’ Fabelachtig en vol luister, bijna barok, een theatraal tableau dat niet overweldigd doordat er met veel zorg is gekeken naar de balans van vormen en kleur, de lichtinval. Jaap: ‘Ik neig naar kitsch,’ Marcelo bevestigd: ‘Hij kan doorslaan, Jaap gaat uit van zijn smaak, ik vanuit dingen die ik mooi vind. En dat kan van alles zijn, ik zou het zo om kunnen gooien naar iets heel moderns maar ik heb hier een prettiger gevoel bij. Ook omdat alles is hergebruikt, het is allemaal antiek of tweedehands. Duurzaamheid is belangrijk: waarom zou ik iets dat nog goed is en waar ik plezier van heb wegdoen? En het heeft geschiedenis, er zit een verhaal aan vast, dat maakt het alleen maar interessanter.’ <